33 Algemene tips voor netwerkers
Soms zijn de eenvoudigste tips de meest effectieve
1. Wees je bewust van het netwerk, dat je in de loop van de tijd al opgebouwd hebt. Dat netwerk is vaak al groter dan je denkt. Maar je benoemt het meestal niet echt als zodanig. Je bent al aan die mensen gewend. Je ziet ze daardoor niet echt meer als een onderdeel van je netwerk. Maar dat zijn en blijven ze wel degelijk.
2. Bijna alle informatie die je nodig kunt hebben, is wel bij of via iemand te vinden. Maar dan is het wel noodzakelijk, dat je minimaal laat weten wat je zoekt. En het is nog beter als je gewoon om die informatie vraagt. Dingen waar je niet om vraagt, zullen niet snel boven water komen.
3. Wees je bewust van de onbegrensde mogelijkheden van een goed en breed opgezet netwerk.
4. Wees nieuwsgierig, maar altijd op een positieve en opbouwende manier. Probeer indien mogelijk, vooraf wat achtergronden te vinden over de andere netwerkers. Dat geeft wat houvast en je kunt hen dan gerichter vragen stellen.
5. Neem bij netwerken altijd zelf het initiatief. Wacht niet af wat een ander zal gaan doen. Alle kans, dat die ook af staat te wachten, wat jij gaat doen. En als iedereen dat doet? Dan gebeurt er helemaal niets.
6. Probeer snel een gemeenschappelijk punt te vinden. Voor de hand liggend is de reden, waarom je er bent. Maar ook degene je uitgenodigd heeft en hoe je die kent zijn goede aanknopingspunten. Ga daarom op zoek naar gemeenschappelijke interesses.
Vragen die helpen om die interesses van een ander te vinden zijn:
a. Waar kom je vandaan;
b. Wat voor werk doe je;
c. Hoe ben je in deze bedrijfstak verzeild geraakt;
d. Wat vind je het leukst aan je werk?
e. Wat doe je als je niet aan het werk bent?
7. Vertel verhalen, zodat mensen iets meer over je achtergrond weten. Houd het zeker in het begin algemeen. Kom zelf pas met jouw verhalen na een aantal belangstellende vragen aan de andere partij gesteld te hebben.
Voorbeelden van wat je vertellen kunt, zijn:
a. Waar je werkt en hoe je daartoe gekomen bent;
b. Waar je woont en hoe je daar terechtgekomen bent;
c. Ga dus niet te diep in op je eigen achtergronden. Mocht je elkaar later vaker ontmoeten, dan kun je nog altijd streven naar verdieping.
8. Wees niet bang om iets persoonlijks met de ander te delen. Iets delen geeft een soort van vertrouwen naar de andere partij aan.
9. Gebruik de zogenaamde “echo-techniek”, om het gesprek gaande te houden. Het werkt als volgt: We nemen een paar woorden uit de zin van de ander. En gaan daar vervolgens een vraag over stellen. De ander zegt bijvoorbeeld: "We werken aan een nieuwe website." En dan vraag jij: "Een nieuwe website? Wat beviel je niet meer aan de vorige site?"
10. Als je erg korte antwoorden geeft, dan suggereren die antwoorden al snel een gebrek aan interesse in de ander. Dan lijkt het al snel of je arrogant, onbeleefd of onbenaderbaar bent. Heb je inderdaad geen interesse, breek dan het gesprek eventueel vriendelijk af . Dat is veel beter.
11. Stel zoveel mogelijk vragen met een open einde. Dat zijn we van nature vaak niet gewend. Dus train jezelf er in. Het voorkomt "Ja" of "Nee" als antwoord, zodat je direct weer met de volgende vraag moet komen.
12. Blijf altijd zoek naar dingen, waarmee je elkaar in de toekomst tegemoet zou kunnen komen.
13. Stel je altijd voor met je woonplaats erbij. Dat is vaak een aanknopingspunt. Men vraagt sneller naar iets neutraals over een woonplaats, dan over de persoon zelf. Soms kent men de plaats, kent men die plaats van familie, heeft men er iets over in het nieuws gehoord etc. Het is niet alleen belangrijk, dat je zelf een leuk gesprek gaande houdt, het is ook van heel groot belang om anderen daar een kans voor te geven. Het voorgaande is daar een voorbeeld van.
14. Wees hulpvaardig. Probeer altijd iets voor iemand te doen. Maar doe dat zonder verwachtingen te hebben. Want het leven van de netwerker zit ook vol met valse illusies. Dat zul je beslist ook gaan ontdekken.
15. Ga bij netwerken altijd voor rendement op de lange termijn. Opbouwen van een goed netwerk kost nu eenmaal veel tijd. Dus begin er ook op tijd mee.
16. Kom afspraken en toezeggingen altijd na. En dan ook altijd!
17. Wees nooit bang om mensen bij elkaar te introduceren, maar doe het altijd alleen met wederzijdse goedkeuring.
18. Probeer mensen altijd 1 op 1 en face to face te spreken. Dat zijn de meest waardevolle ontmoetingen. Want dan is de focus op het gesprek ook optimaal. Ontmoet je interessante mensen in een groep? Maak dan aparte afspraken.
19. Hou actief een lijst bij met mensen, die je weer eens spreken wilt. Vul die lijst constant aan. En doe er vervolgens ook echt iets mee. Anders heeft een dergelijke lijst nog niet veel nut, dat mag duidelijk zijn.
20. Het is eigenlijk niet mogelijk om teveel te communiceren. Te weinig kan wel.
21. Geef mensen zoveel mogelijk goede doorverwijzingen. Stuur mensen nooit zomaar willekeurig door, om zelf van ze af te zijn. Dat is een heel lelijke aanpak al werkt het wel.
22. Werk altijd in de breedte aan je netwerk. Kom ook eens buiten het vertrouwde gebied waarin je je normaal gesproken begeeft. Bedenk altijd, dat interessante contacten uit de vreemdste hoeken kunnen komen.
23. Gewoon een vrijblijvende kop koffie met iemand drinken, kan heel waardevol zijn. Het kost weinig tijd. Een kwestie van afspreken.
24. Wees open met je vraagstellingen. Als je zaken niet vraagt, zul je ze ook nooit weten.
25. Een contact kent geen vervaldatum. Dreigt een nuttig contact te verwateren, blaas het contact dan weer leven in. Meestal is er niet eens een reden van die verwatering.
26. Zie je netwerk nooit als een soort van geldautomaat, waar je alleen maar nuttige dingen uit haalt, als je er zelf behoefte aan hebt. En om het netwerk daarna te verwaarlozen.
27. Streef vooral naar verdieping in de connecties. Dat is beter dan streven naar een zo groot mogelijk aantal mensen. Deel je connecties desnoods in twee groepen in, waarbij we bij één groep naar uitbreiding streven en bij de andere groep juist naar verdieping.
28. Leer vooral om alleen maar waar te nemen. En waarnemen is iets anders, dan kijken en direct al weer een oordeel klaar hebben. Want dat is nu precies wat de meeste mensen doen.
29. Je kunt over heel veel zaken vragen stellen. Er is altijd wel een aanleiding te vinden.
a. Hoe bevalt die telefoon die je daar hebt?
b. Mooie schilderijen heb je hier hangen. Verzamel je kunst?
30. De kern van netwerken is en blijft vragen. Begin een gesprek daarom ook altijd met open vragen te stellen.
Denk daarbij aan vragen zoals:
a. Ik wil eerst graag eens weten, hoe jij je vakantie in het westen van Patagonië hebt ervaren;
b. Wat is jou het meest bijgebleven van die bijeenkomst?
c. Hoe ben je juist bij dat bedrijf terechtgekomen?
d. Wanneer ben je met dit werk begonnen en was dat een bewuste keuze?
Vermijd vragen die met "ja" of "nee" te beantwoorden zijn.
31. Zeg wat je denkt en vraag naar wat je zoekt. Ofwel, als je zelf niet vertelt waar je mee bezig bent, dan gebeurt er niets. Niemand kan weten, wat jij denkt. Niemand weet waar je naar op zoek bent, als je dat niet zelf aan de mensen vertelt. Dus kom er mee tevoorschijn. En je zult er nog van staan te kijken, wat het op kan leveren.
32. Maak van het netwerken een onderdeel van je leven. Netwerken moet een soort van tweede natuur voor je worden. Zorg dat je het gaat doen zonder er ook maar een moment bij na te denken.
33. Wees je bewust, dat iets geven vaak in de menselijke natuur zit. Mensen hebben uit de oertijd een vorm van overlevingsdrang. En overleven deed je niet alleen. Overleven deed je alleen maar samen met anderen. En die anderen moest je dus gunstig stemmen en tegemoet komen. En in sommige branches lijkt dat nog wel zo te zijn.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten